dinsdag 27 augustus 2024

'Een ouderwetse knokpartij'

Waar ik werk, vraagt de chirurg. En wat later: 'Op het Rapenburg heb je toch ook nog een bibliotheekje, daar vooraan?'

'Ja, dat is op de andere hoek van die straat waar ook de Friese bakker zit. Hoe heet het ook alweer? Ik kom zo wel op de naam.'

'Ja, daar. Maar dat is niet zomaar toegankelijk, geloof ik.'

'Ja, het is van een vereniging of stichting, je kan er naar binnen op aanvraag. Ook tijdens de monumentendagen is het niet open.'

...

'De Thisius-bibliotheek. Nu weet ik het weer.'

Ondertussen lig ik onder de doeken om aan mijn oog geopereerd te worden. Mijn handen moet ik op mijn buik leggen. Dat ligt veel rustiger, zegt de operatieassistent. En ook minder koud, onder de deken. Ze doet druppels in mijn oog en niet lang daarna krijg ik in het onderste ooglid een prik om te verdoven. Ik word naar de volgende ruimte gereden, met grote afzuigkappen en lampen, nog kouder. Er gaat een doek met een gat over m'n hoofd, of is dat al gebeurd? Dan begint het. De oude lens wordt uit m'n oog gehaald, kapotgetrild, ik hoor om de zoveel tijd een apparaatje dat trilgeluiden maakt. Wat ik zie is een vaag soort licht dat op het Noorderlicht lijkt. M'n andere oog dat verscholen ligt onder de operatiedoek doe ik dicht. Stel dat er iets scherps op valt, door de doek heen. Ik ben rustig, de oxazepam werkt.

'Dat zijn dus eiwitten die die staar veroorzaken?' vraag ik op een stil moment aan de chirurg.

'U heeft wel heel slecht zicht gehad. In uw geval denk ik eerder aan een bal, een voetbal of een tennisbal, die in uw oog is gekomen, of dat u ooit terechtgekomen bent in zo'n ouderwetse knokpartij.'

'Een ouderwetse knokpartij... dat klinkt spannend. Ik kan het me niet herinneren, maar ik zal eens nadenken.'

Ik hoor hem zeggen dat het lenszakje schoon is. Dan vraagt hij om water. Er spoelt water door mijn oog.

'Lens!' hoor ik de chirurg nu zeggen. Dat is het moment dat de lens hem zal worden aangereikt.

Na een paar minuten is het: 'Het ziet er heel mooi uit, meneer.'

Het oog wordt afgeplakt en ik word de gang op gereden.

woensdag 21 augustus 2024

Porlock – South West Coast Path (56)

Het lijkt erop dat de koets hier volgeladen weer klaarstaat om te vertrekken.

Van Porlock Hill kwam de koets dan Porlock binnendenderen, om halt te houden bij de volgende herberg. Dat was The Ship Inn.* Er was een poort waar de paarden doorheen konden om ververst te worden. Je kon er eten, overnachten en de volgende dag weer fris en verkwikt verder reizen.


The Ship Inn, nog met het uithangbord in dezelfde stijl als toen. De ingang naar de pub was
vroeger naast de koetspoort en bevindt zich nu links van de schoorsteen. 17 september 2023.

Dat daar links naast de koetspoort, op deze foto buiten beeld aan de rechterkant,
de ingang was, zie je nog aan het houten beschot onder het raam.

Wat er ook nog is, is het kleine raampje opzij bij de schoorsteen...

...de schoorsteen, waaronder het heerlijk toeven is.

* Ook wel The Top Ship Inn of korter The Top Ship genoemd, omdat er in Porlock Weir The Bottom Ship (Inn) is. The Ship Inn in Porlock bestond al in de 15e eeuw en is daarmee een van de oudste herbergen in het land.

donderdag 15 augustus 2024

Porlock Hill – South West Coast Path (55)

'The Lynton to Porlock Mail Coach, descending Porlock Hill, circa 1915'.

Porlock ligt op een kruispunt van wegen, een driesprong eigenlijk. Je kan hier naar Porlock Weir, naar Lynmouth en naar Minehead. Vlak na Porlock, richting Lynmouth, heb je Porlock Hill. Het is voor de Exmoor Coaster een enorme klim met veel bomen en struiken. En haarspeldbochten, waar de chauffeur moet toeteren voor het tegemoetkomend verkeer. Er is een bekende foto, hij hangt ook in The Bottom Ship Inn, van een postkoets die de heuvel af komt, omstreeks 1915, staat eronder. Dat was nog eens reizen, boven op zo'n gevaarte, met al je koffers mee.

donderdag 8 augustus 2024

Van Lynmouth naar Porlock Weir II – South West Coast Path (54)

Porlock Weir, met links op de voorgrond The Bottom Ship Inn, daarachter in het midden
het Porlock Weir Hotel en daar weer achter aan de rechterkant met die uitbouw het gebouwtje
van de havenmeester. Rechts vooraan stopt het busje dat naar Porlock gaat.

Voor de wandeltocht van Lynmouth naar Porlock Weir nemen we eerst het busje naar Porlock – Porlock ligt zo'n tweeënhalve kilometer landinwaarts (1,6 mijl) – en stappen daar over op de bus naar Lynmouth: de Exmoor Coaster, zo'n dubbeldekker met open dak.* De bus zit afgeladen vol. We zijn blij dat we de eersten in de cue zijn, want er kunnen er maar vijf mee, evenveel als er mensen uitstappen. Allemaal dagjesmensen, met zomerse hoedjes op. Het zijn voornamelijk ouderen, een groep waartoe wij ook al bijna behoren. Helaas is er geen plek meer bovenin in het open gedeelte, maar we kunnen wel onder de luifel, waar regelmatig takken tegenaan klappen. Die wil je niet in je gezicht krijgen. Eigenlijk wel mooi dus dat er in het open gedeelte geen plek meer is.

Het volgende filmpje laat zien wat er allemaal voor nodig is om zo'n bus veilig te laten rijden over de steilste route van Groot-Brittannië. En dat die takken allemaal een voor een zo veel mogelijk worden weggeknipt voordat het seizoen weer begint.

We gaan nog even terug naar het eerste busje – het is een kleine bus, voor zo'n 18 personen, vandaar de aanduiding 'busje'. De dag ervoor, de reisdag vanaf huis, zitten we ook al in dat busje, maar dan van Minehead naar Porlock Weir. Ergens onderweg stapt er een oude man in. Druk pratend en bewegend, zich staande houdend door naar de stangen te grijpen, vindt hij zijn weg door het gangpad. Hij draagt een colbert van harristweed, waarschijnlijk zijn hele leven al hetzelfde jasje. We hopen maar dat hij verder zal lopen, want hij stinkt geweldig naar de urine, maar hij gaat een stoel achter ons zitten. We durven niet om te kijken. Alle passagiers beginnen meteen te wapperen – het busje is verzadigd van de pislucht, die er niet uit kan, want alle ramen zitten dicht –, met hun handen en alles wat maar wapperen kan, en knijpen hun neuzen dicht. Alleen de buschauffeur heeft zijn raampje open. Hij kent de man. We halen opgelucht adem als hij ergens halverwege in de middle of nowhere bij zo'n muurtje langs het land weer uitstapt.

We onthouden dat we de dag erna, als we gaan wandelen, niet op de derde bank moeten gaan zitten, maar vragen toch voor de zekerheid aan de chauffeur – gelukkig is het dezelfde en goedlachs – waar we veilig kunnen zitten. Direct achter mij, zegt hij, daar kun je gerust gaan zitten, want die boer – het is een boer, een autistische boer, legt hij uit –, gaat altijd naar achteren. Gisteren dan blijkbaar niet verder dan de derde bank, is onze reactie. Hij stinkt enorm, maar ik kan hem niet weigeren als passagier, zegt chauffeur, die Saf heet. We hebben hem ook weer de volgende dag, als we naar Instow reizen en weer in Porlock moeten overstappen op de Exmoor Coaster, die ons dan helemaal naar Ilfracombe zal brengen.

* Exmoor is het National Park dat het westen van Somerset en North Devon overlapt. Het National Park, ooit een koninklijk bos, beslaat 267 vierkante mijl aan heidevelden, bossen, valleien en landbouwgronden die gedurende duizenden jaren door de natuur en mensen zijn gevormd.

zaterdag 3 augustus 2024

Van Lynmouth naar Porlock Weir I – South West Coast Path (53)

The Bottom Ship Inn in Porlock Weir.

Naar Porlock Weir lopen we terug. Nadat we er eerder al eens heen zijn gelopen, vanuit Minehead, maar vervolgens niet verder konden, naar Lynmouth, lopen we er nu naar terug. Vanuit Lynmouth, waar we toen totaal verregend uit de auto stapten, van die aardige Engelsen die ons een lift aanboden, uit Porlock. Lynmouth, waar we nu vertrekken, onder een stralend zonnetje en hier en daar een wolkje – ideaal wandelweer –, om aan te komen in Porlock Weir.

Onderweg, terugkijkend naar Lynton. Daaronder, onder aan de funicular, ligt Lynmouth,
net verborgen achter die middelste bult.

Weir, dat je uitspreekt als 'weer'. Porlock Weir, we komen er graag en telkens weer! En ook Lynmouth, waar we nu ook al voor de tweede keer komen en onze schoenen nog in de keuken voor het fornuis hebben gestaan, good old Bessie, waarop al meer dan 90 jaar de breakfasts worden bereid voor de gasten van het Orchard House Hotel. Ja, ook daar komen we graag weer. Lynmouth, dat ze ook wel Klein Zwitserland noemen.

Bessie. Foto van de website van het Orchard House Hotel.

Maar hoe zit dat? De etappe tussen Porlock Weir en Lynmouth die we vanwege de regen en het onweer op 8 september vorig jaar niet konden lopen, halen we nu in. Om helemaal veilig te spelen nemen we op 26 juni eerst de bus naar Lynmouth, bussen, moet ik zeggen, want het zijn er twee, en lopen dan terug naar Porlock Weir.

Je loopt hoog, tussen Lynmouth en Porlock Weir, en helemaal beneden aan de
rotsen genoeg strandjes om met een bootje te landen.

De reden is dat er misschien geen bussen meer gaan vanuit Lynmouth als je daar op het einde van de dag aankomt. Een aardige bijkomstigheid is dat je dan twee nachten in The Bottom Ship Inn kunt overnachten. Dat willen we graag!  Wat ook nog eens spotgoedkoop is, omdat je voor één nacht 90 pond betaalt en voor twee nachten 130 pond. Ze hebben maar drie kamers, weten we van de uitbaatster die ons die regendag een lift gaf in haar Landrover, en daar hebben ze op deze manier minder werk aan.

Het uitzicht vanuit kamer 1.

The Bottom Ship Inn. Toen, in september, waren we te laat met het boeken van een kamer. Maar onweer en regen zorgden ervoor dat we alsnog de gelegenheid kregen om op deze prachtig mooie plek te overnachten. Een klein paradijs aan zee!

Ook bij The Bottom Ship Inn wordt de hond niet vergeten.