Tussen Wembury en de rivier de Yealm, waar de ferry je overzet naar Noss Mayo, was er een eindeloze muur. Meestal heb je het over muurtjes, als je in Engeland bent, of stapelmuurtjes, omdat ze met losse stenen gestapeld zijn. Maar dit, waar we nu langs liepen, konden we gerust een muur noemen. Door z'n lengte en strakheid, denk ik. Te netjes ook eigenlijk, daardoor viel hij meteen in het oog, maar toch gestapeld van losse stenen, die met zorg waren uitgezocht en in verband gelegd.
Ik moest denken aan wat James Rebanks daarover vertelt in Het herdersleven,* over het bouwen van muurtjes:
Terwijl ik over het landweggetje loop, zie ik een muurtje dat ik samen met mijn grootvader heb gebouwd.
Ik herinner me nog dat hij me leerde stapelen; ik zal zo'n acht jaar oud zijn geweest. Ik mocht de holte in het midden vullen met kleine steentjes, terwijl hij met zijn mollenhanden de buitenkant stapelde met harde, leiblauwe stenen. (...)
Ik keek hoe hij de stenen ronddraaide in zijn hand, op zoek naar de beste stapelkant, en ze dan om de beurt in de holte plaatste: de saaie, ongeliefde kant van elke steen naar het binnenste van de muur gericht, 'het gezicht' naar buiten. Hij plaatste een paar dwarsliggers over de breedte van de muur om te voorkomen dat die later zou gaan uitbollen. Hij moedigde mij aan om ze op te vullen met kleinere steentjes; met mijn kinderhanden stak ik de vuistgrote brokjes leisteen en rots vast.
Hij bewaarde geduldig de beste stenen voor boven op de muur en legde ze daar neer zoals ze eerder hadden gelegen, met de zilveren, gele en door de zon gebleekte mossen en korstmossen naar de hemel gericht.
En over de toeristen, of die dat allemaal ook zien:
De schapen voor mij staan nu stil; er lopen hen wandelaars tegemoet. De bezoekers banen zich met nerveuze blik een weg tussen de schapen door en passeren mij. Ze groeten. Ik groet terug. Dan lopen ze door, een van hen met een Wainwrightgids in zijn hand.
Ik vraag me af op ze oog zullen hebben voor de muur die mijn grootvader heeft gebouwd, of het ze kan schelen dat die er staat, of ze benieuwd zijn wie hem heeft gebouwd.
...een eindeloze muur. |
* James Rebanks, Het herdersleven. Een verhaal over het Lake District. Amsterdam, 2016, pp. 57-59.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten