Dit weekend logeerden we in Nol in 't Bosch in Wageningen. Zo'n ouderwets hotel. Een beetje gedateerd, maar dat heeft juist zijn charme. Met een kamer aan de tuinzijde. Tuin? Een heel bos, waar je in keek. Met schuin omhoog een smalle weg richting Renkum, de Geertjesweg. Als het donker werd en je zag twee koplampen tussen de bomen door dichterbij komen, moest je aan het boek Oorlogswinter denken, van Jan Terlouw. Zo'n omgeving.
In 1952 had prinses Beatrix er nog gelogeerd, toen zij meedeed aan paardrijwedstrijden. In de hal naast de receptie hangt een fotocollage ter herinnering en achter het hotel bevindt zich nog altijd de manege. Er zijn ook tennisbanen en vroeger was er een speeltuin. Het hotel is al generatieslang in handen van de familie Beijer.* Ik denk ondertussen de zesde generatie. In de gangen kwamen we de vierde generatie tegen, een oude dame, achter de rollator. Zij had hier Armgard nog meegemaakt, en Wilhelmina. En Claus. Telkens als we naar onze kamer liepen, kwamen we door een gang waar het naar rook rook, terwijl er toch nergens in het hotel gerookt mocht worden. Zou dat de oude sigarenlucht van prins Hendrik nog zijn?
De tuinzijde. |
* In 1836 vestigde zich hier boswachter Arnoldus (Nol) Gerritsen. Hij begon een bescheiden herberg, een uitspanning waar koetsiers met hun gasten konden uitrusten. In 1877 nam zijn schoonzoon, Adrianus Beijer, de zaak over. De familie Beijer is nog steeds eigenares van het hotel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten