Maar hier sta ik nog met die bezem met dat dikke touw. Op het dek, het gangboord van een zuiger, een zandzuiger. Hoe weet ik dat het een zuiger is? Dat zie je aan dat stukje buis dat linksboven in de foto schuin omhoogsteekt. Naast de zuiger ligt een bak, een zandbak, dat is een schip om zand te vervoeren. Je ziet nog net de letters KON. MY. ADR van de Koninklijke Maatschappij Adriaan Volker.* Mijn vader heeft er de wacht en we zijn er met het hele gezin.
Iedere dag gaat mijn vader de machinekamer van de zuiger in. Die bevindt zich onder de waterspiegel. Ik mag dan mee. Je gaat een zware ijzeren deur door en moet dan een smal ijzeren trapje af. Machinekamer is eigenlijk niet het goede woord, want het is een hele grote zaal, waarin de machines van het schip staan te draaien. Hij loopt ze allemaal na en doet er met een oliespuit hier en daar een beetje olie bij, zodat ze gesmeerd blijven. Ze moeten aan blijven (gaan blijven), dat is beter voor het schip. Een keer kwam er een tanker langs, die ging de zee op, zo'n grote mammoettanker met zo'n druppel voor aan de boeg. Mijn vader nam me mee naar de machinekamer en deed de machines voor heel even uit. Het werd heel stil. Maar onder het water kon je in de verte de motor, de machines van de mammoettanker horen. Zo heb ik geleerd dat water geleidt, heel ver. Zoals mistdruppels in het voor- en najaar het geluid geleiden, wanneer er kilometers ver een trein voorbijrijdt. Dat heb ik altijd onthouden. Als ik op mijn beurt aan iemand uitleg dat water en waterdamp geleidt, vertel ik er dit verhaal van mijn vader bij.
De bakken waren de schepen om de bagger te vervoeren, de specie noemde mijn vader dat, zand vermengd met water, om het van de zeebodem door de buizen van de zuiger in de bakken te spuiten. Het water liep dan over de randen van de bakken over de gangboorden in het water en het zand bleef achter. Kilometers verder, wanneer de bak bij een andere zuiger aankwam, werd dat zand weer vermengd met water, waardoor de zuiger het op kon zuigen en het door dikke buizen heel ver het land kon op spuiten. Zo ontstond de Maasvlakte. Mijn vader kon er altijd mooi over vertellen, dat hij de Maasvlakte mee had helpen maken, en ook de Flevopolders.
* Omdat ze op een gegeven moment het predicaat Koninklijk gekregen hadden kregen alle schepen een oranje band over het grijs geschilderd. Ik weet nog dat mijn vader dat voor het schip waarop hij voer moest gaan doen, die oranje band verven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten