Als je over een paar dagen terugkomt, zijn de steigers verdwenen. Nu lijken ze er nog in geschilderd te zijn door Johannes Vermeer, de schilder uit Delft. Het Roze Huisje, tegenover de bakker waar ik altijd mijn brood haal, waldkorn casino, is weer teruggerestaureerd naar de kleur die het als eerste had: steenrood. De kleur van eeuwen geleden, voor alle latere lagen verf eroverheen kwamen. Zoals wanneer je de Eiffeltoren zou afpellen en weer bij de kleur – was het toen al groen? – uit 1889 zou uitkomen. Maar het zal wel altijd het Roze Huisje genoemd blijven. Ook door de gidsen die er nu voorlangs varen. Op het moment van de foto varen er door het grachtje van de Groenhazengracht twee boten met gezelschappen met iemand aan boord die ze over het wereldberoemde huisje en de andere geschiedenissen van deze stad verhaalt. Bert, die op zijn nieuwe Gazelle naar de Sleutelstad is afgereisd om wat voorwerk te verrichten voor een nieuwe opdracht, zegt dat het hem wel leuk lijkt om als rondleider door zo'n stad dan steeds een ander verhaal te vertellen.
Er is veel te zien op de foto, onder andere het hart, of moet je zeggen halve hart, in de boom, waardoor je uit het bovenraam van het huis aan de rechterkant naar de overkant kan kijken, om te zien of er geen rij voor het Fries bakkertje staat als je om brood moet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten