Nu. |
Onderweg naar Den Dulk, om de gevulde koeken, midden in de nacht, na het kapen van die vlag, kwam je langs een van de grootste aanfluitingen van Katwijk, tegenover de Nieuwe Kerk: de nieuwe bejaardenwoningen, die voor het gast- en weeshuis in de plaats gekomen waren. Hoe durfden ze die het Gasthuishof te noemen! En hoe hadden ze die beelden van die weesjongen en dat weesmeisje daar zomaar in die muren kunnen metselen! Schaamrood, schaamrood zou je ervan op je wangen moeten krijgen!
Voor de zekerheid, en vooral om het er nog even flink in te wrijven bij de heren politici en kerkrentmeesters van destijds,* voor zover ze nog in leven zijn natuurlijk, laat ik nog even zien hoe mooi het was.
Toen. |
Ik kan er nog altijd zo boos om worden. Domme lui. Dat ze bestaan hebben. Een blijvende en eeuwigdurende schande voor ons ooit zo mooie dorp.
* In Katwijk hebben we daar een prachtig woord voor, voor zo'n clubje notabelen dat zich belangrijk voelt en voor iedereen de dienst uitmaakt: 't sanhedrin. Het is een woord uit de Bijbel. Oorspronkelijk was het sanhedrin de Hoge Raad der Israëlieten, die als besturende vergadering het toezicht had over de uiterlijke eredienst. Samen met de bank uit het vorige bericht en een grote bouwonderneming maakten de kerkrentmeesters (de kerkvoogdij) en een paar wethouders de dienst uit in het dorp, wisten zij wat goed voor ons was, vormden zij 't sanhedrin. In 1976 werden het gast- en weeshuis van architect H.J. Jesse gesloopt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten