Deze is van bakkerij C. Guijt in de Roest van Limburgstraat. Foto: Jan van der Luijt.
|
Deze foto stuurde Jan mij vanmiddag via de app: 'Om in het thema te blijven... je weet dat dit een Voorstraetje wordt genoemd?' Zo werd een mergpijp genoemd. Jan is bij zijn moeder op visite met het gebak en zo komen de herinneringen bovendrijven. 'Bakker Van Egmond op de Voorstraat zeewaarts van het oude postkantoor gesitueerd verkocht ze.' Bakker Van Egmond, 't Melkbeertje werd hij genoemd, vertelt Jan mij, 'geëmigreerd naar Canada en daar vlot en kinderloos overleden'. Dat is te mooi voor het verhaal misschien, het maakt het extra dramatisch, maar kinderloos was hij niet. Mijn moeder, bij wie ik toevallig op hetzelfde moment op visite ben, weet te vertellen dat behalve zijn vrouw ook zijn dochter in de winkel stond en zijn moeder. Want behalve Voorstraatjes verkocht hij nog meer lekkers. Daarom stond het winkeltje altijd vol. Dat winkeltje was naast een steegje – een 'slopje', zeggen we in Katwijk – naast het oude postkantoor, waar later de meubelzaak van Haasnoot in gekomen is. Een heel smal winkeltje met schuin op de hoek de winkeldeur, die altijd openstond. Zo warm was het van al die klanten binnen. Die altijd in de rij stonden. 'Maar ze verkochten dan ook goeie spullen,' vertelt mijn moeder. 'En ook heerlijk cakebrood met rozijnen, klein formaat, heerlijk mals! We wulle 't recept!' appt Jan terug in het Katwijks. Jan vertelt dat er een vrouwtje met grijs haar en kringen onder de ogen achter de toonbank stond en dat de omschrijving van de winkel door zijn moeder aan de andere kant van de lijn 'met veel jae-jae's' wordt beaamd. Mijn moeder vertelt op haar beurt weer dat de bakker 'alle booskoppe nog met een fies met een mand erop' deed, 'later een auwtootje'. Hij had een dikke buik en een groot hoofd en liep altijd te roken. Die dikke buik kwam van het snoepen in z'n winkeltje, wat hij de hele dag deed. Het was ook allemaal zo lekker! De mensen waarschuwden hem er ook voor, vertelt ze. En ze gaat verder: 'Als m'n moeder een keer trek had in lekkere koekies, moest ik ze dáár gaan halen. Ze hadden ook heel lekker brood. Echt lux.' En toen gingen ze opeens emigreren. Ja, dat weet ik ook nog wel, zeg ik tegen mijn moeder. Dat was een hele schok.
Foto: Jan van der Luijt. |
Maar mooi dat die bakkerswinkel van Van Egmond en Van Egmond zelf, via de beide moeders, die van Jan en die van mij, en via de app, weer even helemaal tot leven kwamen, als een plaatje uit een boek van Anton Pieck.
Met dank aan Dicky van der Luijt-de Jong, Jan van der Luijt en Nel de Vink-van Duijn.
.....en wat kan Jan toch altijd heerlijk beeldend vertellen....
BeantwoordenVerwijderenMijn moeder, jouw oma.....wilde altijd mergpijpen van bakker Guijt. Dicht bij de voorstraat maar dat was niet ter zake. Bij Bakker Guijt waren de mergpijpen altijd erg groot...veel hoops dus!
BeantwoordenVerwijderenWaar een mergpijpje al niet goed voor is.
BeantwoordenVerwijderenEen tante van mij vertelde onlangs over het Voorstraetje van mijn vader, waar ik dus nooit van geweten heb, wij noemden ze gewoon mergpijpjes.
Ik ging googlen en kwam op jouw blog terecht.
Ontzettend leuk om te lezen, want ik ben namelijk de dochter, Marijke, die achter de toonbank stond.
Mijn moeder die ook achter de toonbank stond, was getrouwd met Wim van Egmond en zij kregen twee dochters waarvan ik de oudste ben.
Mijn vader had een tien jaar jongere broer, Cor, degene die naar Canada emigreerde en kinderloos stierf.
Beide waren zonen van Dirk van Egmond, en de grijze mevrouw met de kringen onder de ogen was waarschijnlijk mijn oma, Marijtje van Egmond-Houwaart.
Er werkten in drukke tijden ook nog twee andere grijze dames, zussen van mijn opa.
De naam het Melkbeertje heb ik nog nooit van gehoord en zowel mijn oom als mijn vader waren aan de flinke kant alhoewel mijn vader wel de dikste was, en beide rookten.
Zo is hoe de familie van Egmond in elkaar zit een beetje duidelijker geworden en ik ga met nog meer plezier mergpijpjes eten.
Moet ik even iets rechtzetten:
BeantwoordenVerwijderenDe grijze dames waren niet de zusters van mijn opa, maar van mijn oma.
In de volksmond: De tantes.
Moet ik even iets rechtzetten:
BeantwoordenVerwijderenDe grijze dames waren geen zussen van mijn opa, maar van mijn oma.
In de volksmond: De Tantes.
Beste Marijke, want nu weten we hoe de dochter in de winkel heette, wat mooi hoe die winkel nu nog een keer tot leven komt door jouw verhaal. En nu maar hopen dat je deze reactie nog leest, want Jan en ondergetekende zouden graag het recept hebben van dat heerlijke cakebrood met rozijnen, als dat nog bestaat, en misschien heb je nog wel meer recepten voor ons. Ik zet er maar even mijn mailadres onder voor je reactie.
BeantwoordenVerwijderenHartelijke groet,
Leendert de Vink
leendertdevink@gmail.com