zaterdag 7 januari 2017

De vier-zes

Noodkroon, zijaanzicht, sterk vergroot.

Gisteren was ik bij mijn tandarts. Ik moet een kroon. Het is de vierde al. Dit was het voorbereidende consult, waarin de opzet voor de kroon gemaakt wordt. De kies wordt daartoe bijgeslepen en je moet happen. Drie keer. Voor een afdruk van waar de kroon komt, van de tegenoverliggende kiezen en van de aansluiting tussen boven- en ondergebit. De afdrukken worden opgestuurd naar China en over twee weken is mijn kroon er dan.

Noodkroon, bovenaanzicht, sterk vergroot.

In de tussentijd krijg je een aluminium noodkroon. Toen mijn tandarts hem wilde plaatsen, schoot hij tussen zijn vingers vandaan en viel op de grond. Hij pakte een nieuwe en liet de doos met vakjes zien waar de noodkronen in opgeborgen zitten. Hij vertelde dat inbrekers ze eens hadden meegenomen, omdat ze dachten dat het zilver was. Maar ze zijn zo goed als waardeloos. Daarom mocht ik die gevallen kroon wel hebben. Leuk, nooit eerder gezien en nooit in mijn handen gehad. Voor mij had zo'n kroon wel waarde, misschien zette ik hem wel op een sokkeltje op mijn bureau. Ik vroeg of dat nou allemaal standaardmaten waren in die vakken. De tandarts vertelde dat dit de 46 was, de 'vier-zes. Er zijn ook collega's die zeggen de zesenveertig, maar ik hou het bij wat ik geleerd heb, de vier-zes. Van het vierde kwadrant de zesde tand/kies vanaf de voorste snijtanden gerekend rechts van het midden.'


Hij tekende het nog even op het whiteboard. De vier kwadranten, 1 rechtsboven, 2 linksboven, 3 linksonder en 4 rechtsonder. Je hebt vanaf het midden naar opzij twee snijtanden, 1 en 2, dan de hoektand, nummer 3 – de tandarts tekende hem een beetje lager – en dan na 4 en 5 deze noodkroon voor  nummer 6, de 46. En ik voelde en telde nog eens met het puntje van mijn tong. Het klopte precies, de vier-zes.

Om het nog eens na te lezen op Wikipedia klik je hier.

1 opmerking: