Die vlaggetjes, dat is nog het meeste werk. Garen erdoor rijgen om ze te laten golven en dan maar dopen in de verdunde vernis. Iedere dag. Tot het een beetje in vorm blijft. Die vernis moet echt lekker dun zijn. En almaar, als het weer wat gedroogd is, aan dat garen trekken, dat het niet vast gaat zitten, want dat moet er later uit. Dan op prikkers vastzetten en nog meer dopen. Nog een keer of tien.
Dan de vlaggetjes van de prikkers losknippen en garen eróm, dit keer, om het in vorm te houden. Ondertussen bedenken hoe je ze aan die mastjes krijgt, en dat ze blijven staan, horizontaal, niet uitzakken. Dat doe je met een onzichtbaar nylon draadje, dat door het middelste gaatje in het mastje gaat. Die mastjes zijn eerst wit geverfd. De gaatjes zijn er daarna in geboord, met een boortje van een millimeter, schat ik. De oranje knoppen zijn kralen uit een kralenwinkel. Twee voor tien cent. Nog nooit zo weinig uitgegeven in een winkel.
Het groene plateautje waarin de beeldengroep staat, bestaat uit zo'n tien laagjes karton. Het gat voor de beeldengroep is in acht van die laagjes uitgesneden, een voor een. Waarna al die kartonnetjes op elkaar gelijmd zijn en onder een dikke stapel boeken gelegd. Na het schuren en vijlen* wordt het karton geverfd en ten slotte afgelakt met vernis uit de spuitbus. Helemaal aan het eind gebeurt dat ook met de vlaggetjes als ze aan mastjes zitten. Om de binding wat te fixeren. De beeldengroep komt trouwens echt uit Delft, van de Markt, bij de Nieuwe Kerk.
En geleidelijk aan ontstaat er op zo'n knutseltafel een bende, waarvan je je afvraagt hoe je het ooit weer allemaal opgeruimd moet krijgen.
* Op elkaar gelijmd karton is harder dan hout, mocht ik constateren. Het gat voor de beeldengroep bleek een millimeter te klein uitgesneden. Ik denk dat ik een uur bezig geweest ben om die millimeter rondom weg te vijlen.