Alles op deze foto is weg. De schutting met de was erachter die te drogen hangt, de Echfalon-reclame op de muur, het bordje ernaast dat bijna niet te lezen is, maar waarop WIJNEN VAN GEBRS. BOER VLAARDINGEN staat. De schuur verderop, waarvan de dakgoot al half verdwenen is, en die als je ernaast stond, staande op je fiets, want je moest hard remmen met je terugtraprem daarbeneden aan de straat, opeens nog heel veel hoger was dan van het punt waar we nu staan, vanwaar de foto genomen is.
Dit is de Hoogstraat, een straat die nergens anders op de wereld was. Misschien alleen nog in een ver bergdorpje in de Pyreneeën, maar daar heette-ie beslist anders. De Hoogstraat was een straat, de naam zegt het al, zo hoog, of zo steil, dat je niet geloofde dat het kon. De straat liep niet gewoon omlaag maar met een boog, zoals een kind een brug tekent, of een berg, met huisjes en boompjes die er bijna vanaf vallen. Bij de schutting is het nog maar ongeveer honderd meter tot je beneden bent, maar je kan vanaf waar we op de foto staan het einde van de straat, het punt waar de Hoogstraat de Havenstraat raakt, de grond daar, niet zien. Mensen die daar lopen zie je vanaf hun knieën, en van fietsen die daar stoppen zie je een half wiel, alleen de bovenste helft. Dat komt omdat de straat zo bol loopt. 's Winters als het glad was, kon je maar beter schuifelend omlaag gaan, en 's zomers moest je met je fiets ook al vroeg beginnen met bij te remmen. Je móést ook wel remmen, omdat je niks zag, door die hoge schuur. Die mooie bolle Hoogstraat, zo hoog dat ze er nog een flauwe S-bocht in hadden gemaakt. Maar hoog bleef-ie. En in m'n gedachten altijd zomers, zoals op de foto. In de inham achter het raam naast de reclameborden – je kunt het op de foto niet zien – stond een prachtig huisje met een tuintje langs de gevel met een ijzeren spijlenhek ervoor. De voordeur was in het midden. Ook het witte huis met de dakkapel in de verte is er niet meer, maar dan ben je al in de Tramstraat.
Ten prooi gevallen aan de waan om Katwijk op te sturen in de vaart der volken. "De nieuwe tijd, net wat u zegt." Waarom kon bij vernieuwing geen rekening worden gehouden met oude lijnen en structuren? Dat zou de boel veel levendiger hebben gemaakt. Eén van mijn alleroudste herinneringen heeft te maken met een locatie niet ver van de Hoogstraat. Ik weet nog hoe mijn vader mij meenam in zijn 1960 Opel Rekord, in uitdagend zwart en geel, en de auto parkeerde op het terrein van de tram remise. "De trams rijden niet meer, dus ik kan hier parkeren," zei mijn vader. Gek dat je zoiets blijft onthouden.
BeantwoordenVerwijderenMooi gezegd, Martin. Zo'n trap en een lift tussen de haven en de Tramstraat tegenwoordig, waarvan je op je klompen (pardon: schoenen; de tijd van de klompen hebben we gehad;-) aanvoelt dat er iets niet klopt, dat het anders geweest moet zijn.
BeantwoordenVerwijderenInderdaad een opmerkelijk stukje Katwijk. Destijds tenminste. De uitdaging als het geijzeld had. Het rare verschil in hoogten. Aan de overkant op het Noordeinde ging je komend vanaf de Voorstraat ook al zo raar de diepte in.
BeantwoordenVerwijderenHet door jou beschreven huisje met tuintje en spijlenhek vond ik als kind juist erg eng. Het leek altijd verlaten en oogde als een spookhuis in een Victoriaanse roman.
A.E.
Precies. Zoals Martin ook al zei, de oude lijnen en structuren werden vroeger keurig gevolgd, zoals ook met de ley-lines het geval was (zie het stukje over Rosslyn Chapel van 21 oktober 2011 op deze blog). Die structuren zijn nu kapotgemaakt, er wordt met groot materieel heftig op ingegrepen, waardoor je bijvoorbeeld een rare waterhuishouding krijgt en kelders onderlopen als er een keer een buitje valt.
BeantwoordenVerwijderenDie S-bocht waarover ik het heb, zat er natuurlijk vanzelf al in, in de Hoogstraat, dat was de structuur. Daarom stond dat huisje met tuinje en spijlenhek ook schuin met de bocht mee, en de schuur weer recht naar voren. Tegenwoordig is dezelfde plek een steenwoestijn waar je nog geen ansichtkaart van wil ontvangen.