M'n oma, neuriënd in de keuken. Maar alleen het puurste van het puurtste: psalmen, gezangen en liederen uit de bundel van Johannes de Heer – in die volgorde.
Het kopje thee. De haarspelden in het asbakje, met een vuurtorentje erbovenop. De appels in de schaal op het tafeltje in de hoek. In de andere hoek een elektronisch orgeltje, een Philicordia, als ik het wel heb. En als je door de kamer liep, het rammelen van de ruiten van de kopjeskast. Boven op de kast het bomschuitje van opa.
M'n oma. Dit waren de sokken die ze voor me breide. Al meer dan 25 jaar geleden en nog helemaal heel. Afgelopen winter, toen het zo koud was, heb ik ze nog aangehad. 's Avonds, lekker warm aan je voeten, met de kachel aan.
Ik zie haar nog zitten, in de stoel naast de televisie. Nooit vóór de televisie. En maar gaan met die pennen – wat zal het geweest zijn, pen 3, of 4? Af en toe keek ze op, voor de visite, of opzij, als er wat op de televisie was. Maar daar was toen ook al niet veel op te zien.
Hoe ging dat, zo'n sok? Eerst het teenstuk, dan de voet, dan het hielstuk en dan de rest? Of andersom, eindigend bij het teenstuk? Met drie breipennen in de rondte?
En hoe lang zal ze erover gedaan hebben, over zo'n sok? Een dag? Een middag en een avond? Zou ze m'n sokken alles bij elkaar in nog geen week gebreid hebben? M'n oma, nooit een minuut stil gezeten.
Mooi stukje Leendert, ook ik koester m'n Oma gebreide sokken, al vele malen op het deksel van een gemberpot gestopt. Leuk werk trouwens, Een soort weven, maar dan makkelijker.
BeantwoordenVerwijderen