zaterdag 22 maart 2025

En als dan ook nog de burgemeester langskomt...

Burgemeester Cornelis Visser ontvangt het eerste exemplaar.

...is het helemaal een feest!



Dit was allemaal gisteren, bij het begin van de lente.

Het boek Een omgekeerde borstrok van Nel van Duijn is verkrijgbaar bij:

• boekhandel Het Baken, Secr. Varkevisserstraat 37 te Katwijk aan Zee (ook online te bestellen)
• de VVV in de Zwaaikom aan de Prins Hendrikkade te Katwijk aan Zee
• de Readshop, Anjelierenstraat 3-5 in Rijnsburg
• het Katwijks Museum, Voorstraat 46 te Katwijk aan Zee
• Primera, Visserijkade 2 (Digros) en Hoornesplein 57 te Katwijk
• Primera, Kopermolen 7 te Leiden
• boekhandel De Kler, De Kempenaerstraat 39b in Oegstgeest

vrijdag 21 maart 2025

Een omgekeerde borstrok – nu verkrijgbaar!

Vandaag verschijnt bij De Zeepers: Een omgekeerde borstrok. Herinneringen van een Katwijkse, geschreven door Nel van Duijn.

***

Samenvatting

Als Nel van Duijn wordt geboren, wacht haar een lang en afwisselend leven. Ze maakt onder meer de Tweede Wereldoorlog mee en krijgt te maken met honger en andere ontberingen. Maar er zijn ook vele leuke gebeurtenissen. Bijvoorbeeld op haar werk in het Zeehospitium en in Hotel Noordzee, maar ook bij de zangvereniging waar ze in haar vrije tijd zingt. Samen met haar man krijgt ze twee kinderen: een zoon en een dochter. Pas op 88-jarige leeftijd besluit ze het allemaal op te schrijven. Het resultaat is een indringend verslag dat niet alleen een fantastisch tijdsbeeld geeft, maar ook een inkijkje in hoe het dagelijks leven in de afgelopen negentig jaar verliep in het – toch wel – bijzondere dorp Katwijk aan Zee.

De verhalen worden afgewisseld met kinderversjes uit die tijd. Achter in het boek zijn foto's opgenomen die verwijzen naar gebeurtenissen in de tekst. Bert van der Meij tekende het omslag.

***

Dit boek is een levensverhaal en ooggetuigenverslag ineen. Het is heel open en authentiek geschreven en daardoor verrassend en leuk om te lezen. Over de mensen van vroeger. Dat je een dubbeltje in de gasmeter moest gooien om 's avonds nog even te kunnen lezen. Of hoe je als kind de Tweede Wereldoorlog in Katwijk beleefde, ruim 80 jaar geleden. Toen ineens de Duitsers door de Varkevisserstraat marcheerden. En alle tijd daarna...

***

Deze unieke uitgave is nu verkrijgbaar bij:

• boekhandel Het Baken, Secr. Varkevisserstraat 37 te Katwijk aan Zee (ook online te bestellen)
• de VVV in de Zwaaikom aan de Prins Hendrikkade te Katwijk aan Zee
• de Readshop, Anjelierenstraat 3-5 in Rijnsburg
• het Katwijks Museum, Voorstraat 46 te Katwijk aan Zee
• Primera, Visserijkade 2 (Digros) en Hoornesplein 57 te Katwijk
• Primera, Kopermolen 7 te Leiden
• boekhandel De Kler, De Kempenaerstraat 39b in Oegstgeest

maandag 17 maart 2025

En terwijl de persen draaien...

...om het boek op tijd in de winkel te hebben

– vrijdag is het zover –...


(wordt vervolgd)

Vanaf vrijdag 21 maart is het boek verkrijgbaar in de volgende winkels:

• boekhandel Het Baken, Secr. Varkevisserstraat 37 te Katwijk aan Zee (nu al online te reserveren)
• de VVV in de Zwaaikom aan de Prins Hendrikkade te Katwijk aan Zee
• de Readshop, Anjelierenstraat 3-5 in Rijnsburg
• het Katwijks Museum, Voorstraat 46 te Katwijk aan Zee
• Primera, Visserijkade 2 (Digros) en Hoornesplein 57 te Katwijk
• Primera, Kopermolen 7 te Leiden
• boekhandel De Kler, De Kempenaerstraat 39b in Oegstgeest

woensdag 12 maart 2025

Een interview voor de krant

M'n moeders boek komt eraan. En dat betekent dat je geïnterviewd wordt voor de krant. Hier gebeurt dat door Adri van Beelen voor De Katwijksche Post. Die van volgende week.

zondag 2 maart 2025

Paris

Op de foto hierboven komen we de trappen af van de Église Saint-Jacques-Saint-Christophe de la Villette en kijken door de muziektent op het Square Serge Reggiani. Erachter ligt de Quai de la Seine. Links is het hotel waar we verblijven en rechts een architectonisch gezien zeer stijlvolle wolkenkrabber. Het hotel ligt op de kop van het Bassin de la Villette, bij de ophaalbrug over het Canal de l'Ourcq . 's Ochtends en 's avonds zie je er de hardlopers. In het verleden zal het een pakhuis geweest zijn, voor de schepen die hier in het hun lading losten. Een pakhuis dat nu zelf wel lijkt ingepakt, door de lijnen die erlangs lopen, als grote elastieken. Het is een fijn hotel, ons aangeraden door Ferry van der Vliet, met inmiddels vier boeken op zijn naam Parijskenner bij uitstek. Al jaren volg ik zijn blog.

Tussen de Quai de la Seine en de Promenade Florence Arthaud gooien mannen en een enkele vrouw met metalen ballen van tussen de 70,5 en 80 millimeter naar een houten balletje van 30 millimeter dat wat verder ligt. Ze proberen er zo dicht mogelijk bij te komen. Het spel dat ze spelen heet petanque. Wij noemen het jeu de boules. Om niet te hoeven bukken hebben ze een magneetje aan een touwtje.


Op de hoek is een cafeetje annex bistro, 'Le Bellerive', waar we in gebroken Frans al gauw een gesprek hebben. Het zonnetje kittelt door de ramen. Een fijne plek.

De dagen ervoor hebben we Parijs verkend met dochter, schoonzoon en kleinkinderen. We verwonderen ons over de kleinste, van zeven. Hoe ze met haar schoentjes door de stad stapt alsof het allemaal niks is, ook op de dag dat er meer dan 21 duizend grotemensenstappen worden gezet.

Bij de oudste, van veertien, heeft het Louvre de meeste indruk gemaakt, net als bij mij, want wat een ruimten in dat gebouw, zoals een hal met trappen over de volle breedte, en dan nog al die mensen, het waren er wel erg veel.

Van de middelste, van elf, was het hele idee afkomstig om naar de Lichtstad af te reizen. De Eiffeltoren, daar ging het om.

Met veel regen en wind trotseren we het 136 jaar oude gevaarte. Uit dezelfde tijd als de toren, de belle époque, zijn de bouillons. Zoals Bouillon Julien en Bouillon Chartier.


We ontdekken dat je hier meer dan voortreffelijk kan eten. In een verbluffende entourage. De métro, wat een uitvinding, brengt ons er allemaal op de makkelijkste manier naartoe.


zaterdag 22 februari 2025

Utah Beach

Utah Beach, 2-8-1989.

Op Utah Beach vond ik ooit een stukje prikkeldraad, met knollen van roest. Het kon van de oorlog zijn. Om het niet verder te laten roesten pakte ik het in in kunsthars, een goedje waarvoor je twee componenten bij elkaar moest brengen en dat doorroeren. Het monument van herinnering dat zo ontstond is nog wel een keer gevallen. Door het stuk dat er toen vanaf brak, kreeg het ongewild een klassieke uitstraling. Het is ook sterk vergeeld. Ik zou het nu nooit meer zo inpakken. Je kan er ook niet meer bij. En terugrestaureren al helemaal niet. Rommel is het, kunsthars.

Wanneer het geweest is dat ik het vond. Dat staat eronder: op 2-8-1989. Dat is 45 jaar, 1 maand en 27 dagen na D-day en 45 jaar, 3 maanden en 17 dagen na de gruwelijkheden op Slapton Sands. Van die laatste gebeurtenissen had ik toen nog nooit gehoord.

maandag 10 februari 2025

Torcross – South West Coast Path (63)

De Sherman-tank die in 1984 uit zee wordt gevist en herinnert aan de gebeurtenissen
die in april 1944 hebben plaatsgevonden op Slapton Sands. 

Na Hallsands komen we door Torcross, met weer een andere catastrofe. Op 27 april 1944 wordt hier op Slapton Sands geoefend voor D-day in Normandië. De codenaam is Exercise Tiger (Operatie Tiger). Het strand ziet er ongeveer hetzelfde uit als Utah Beach, vandaar de keuze voor deze plek. Om de soldaten alvast te laten wennen aan de echte invasie, bedenkt Eisenhower dat er met scherp geschoten zal worden. En dat gaat gruwelijk mis. Door misverstanden over het tijdstip van het begin van de oefening komen die morgen door eigen vuur al minstens 450* militairen om het leven: de soldaten zijn al geland als de Royal Navy – te laat – begint met het voorbereidende bombardement vanuit zee. In de nacht die volgt worden nog eens 749 Amerikaanse militairen gedood als een konvooi van landingsschepen, met tanks en ander zwaar materieel, wordt aangevallen door torpedojagers van de Kriegsmarine van nazi-Duitsland die opereren vanuit Cherbourg. Bij de oefening vallen meer doden dan dat er later op Utah Beach zullen vallen.

Vanwege de aanstaande invasie in Normandië komt er van de gebeurtenissen bij Torcross, ook vele jaren erna, maar nauwelijks iets naar buiten. Als de oefening zou zijn uitgelekt, was de landing in Normandië op 6 juni 1944 niet doorgegaan en de geschiedenis zou een andere wending genomen hebben.

In 1971 hoort Ken Small van vissers dat er in ondiep water een object is aangetroffen. Het is een Amerikaanse Sherman-tank. Door bureaucratische tegenwerking vanuit Amerika duurt het nog tot 1984 voor de tank uit het water gevist kan worden.

Slapton Sands als je er voorbij bent.

* Een ander getal dat genoemd wordt is 900.

dinsdag 28 januari 2025

Hallsands – South West Coast Path (62)

Vroeger dachten ze dat ze alles maar konden maken.* Onderweg naar Beesands komen we langs Hallsands. Het hele dorp is hier in zee verdwenen. Op één huis na. Dat kwam door de uitbreiding van de marinehaven in Keynam, bij Plymouth, waarvoor zand en grind nodig was. Dat haalden ze hier weg, vlak voor de kust. Dat was in de jaren 1890. Met als gevolg dat het strand begon te verzakken. Dat was rond 1900. Daarna zorgden herfststormen ervoor dat een deel van de zeewering wegspoelde. De inwoners van Hallsands sloegen alarm en in 1902 werd de verdere afgraving van zand en grind verboden. Tot het in 1917 alsnog helemaal misging. Door felle oosterstormen en extreem hoge waterstanden spoelden 36 van de 37 huizen weg. 

Zo kom je Hallsands binnen.

We lopen door het dorp. De huizen aan onze linkerkant zijn dus allemaal van na 1917. Aan de rechterkant aan de rand van de zee zijn nog wat ruïnes over die herinneren aan de catastrofe die hier heeft plaatsgevonden. Op de foto hieronder zien we hoe dat gebeurde.


Er is een uitzichtpunt, om de ruïnes van wat dichterbij te kunnen zien...


...maar dat is helaas gesloten.


De laatste inwoner van het oude Hallsands was Elizabeth Prettejohn (1884-1964). Toen het hele dorp was weggespoeld en alle inwoners vertrokken, besloot zij te blijven. We zien haar in een filmpje van het Pathé-journaal uit 1960.


* Net als vandaag de dag. Wat dat betreft is er niets veranderd.

zaterdag 11 januari 2025

Van Salcombe naar Beesands – South West Coast Path (61)

Start Point

Het is een lange, hete dag geweest als we bij de landtong van Start Point aankomen. Het grootste deel zit erop. Om bij Beesands te komen, moeten we alleen nog de punt ronden. Net voor de punt kunnen we ook binnendoor, over een gemakkelijker weg, maar dan missen we dit iconische plaatje. Daarom gaan we toch buitenom, over het smalle pad dat naar de vuurtoren leidt. Nog een bocht en dan krijgen we hem vol in het zicht, krijtwit in het licht van de late middagzon.

In de verte Prawle Point.

Prawle Point

De huizen voorbij Prawle Point.

Het stuk hiervoor zijn we nog net op tijd bij water gekomen, ergens in een bocht, waar een tentenkamp is opgeslagen, van jonge gezinnen. Bij Lannacombe Beach. Het is een prachtplek, en ze hebben een bron. Het water stroomt via een slang in een put. Het komt precies op tijd. Onze flessen zijn al veel te lang leeg. We hadden niet gedacht dat het zo heet zou worden vandaag. En de tocht van 20 kilometer duurt langer dan gedacht.





De tocht begon in Salcombe. Bij Prawle Point dachten we dat we al halverwege waren. Maar toen zaten we pas op een derde. Er is een uitkijkpost van de National Coast Watch. Gelijk daarachter, daar voorbij, staat een mooi rijtje huizen. Het uitzicht moet fantastisch zijn, als je daar woont. Het pad gaat omlaag en dan volgt een lange wandeling door de velden. Ergens halverwege gaat het binnendoor en dan weer terug naar de kust de velden in. Akkers met koren en hier en daar grazende runderen. Een lange, uitgestrekte vlakte tussen de rotsen en de zee, waar alle warmte van de zon wordt vastgehouden.


Mattiscombe Beach, iets voorbij Lannacombe Beach.

Als we voorbij Start Point zijn, met z'n vuurtoren van krijt, is het nog een flinke wandeling naar Beesands. We komen voorbij Hallsands, het dorp dat bijna helemaal in zee verdwenen is. Bij Beesands moeten we nog even omhoog, het binnenland in, naar Beeson en Higher Beeson House, de boerderij waar we overnachten en nog een dag rust hebben. Dat hebben we wel verdiend.

zaterdag 21 december 2024

De Frenchman's Creek geschilderd

Niek van der Plas, Frenchman's Creek, 2024. Olieverf op doek, 50 x 70 cm.

'Dit is wel helemaal waar jullie ook echt geweest zijn. Een herinnering van jullie samen.' De Frenchman's Creek. Waar je niet verder zou willen lopen maar altijd zou willen blijven. Niek heeft het nu geschilderd. Je ruikt de verf nog, zo vers.

'Dat we daar gelopen hebben...' Het is Engeland, Cornwall. Maar als ze zeggen dat het ergens anders is, dan geloof je het ook. Die houten huizen, de bomen die over het water hangen, een bootje tussen het gebladerte. Er is veel te zien. Zie je die palmboom?

Klik je op het plaatje, dan wordt het groter. Meer moois op niekvanderplas.nl.

zondag 1 december 2024

Coleridge en de 'Person on business from Porlock'

Ash Farm

Coleridge was 'the last person who knows everything', zegt John, die we spreken in The Bottom Ship Inn. Daarna is het met onze parate kennis hard achteruitgegaan. Samual Taylor Coleridge (1772-1834) was een soort wandelende encyclopedie, begrijp ik.

Coleridge

Op onze wandeling op zoek naar de ruïnes van Ashley Combe House komen we langs Ash Farm. In de zomer van 1797 heeft Coleridge daar zijn intrek genomen. Vanwege zijn zwakke gezondheid krijgt hij opium voorgeschreven. De opium zorgt ervoor dat hij in zijn stoel in slaap valt, net op het moment dat hij in Samual Purchas' (ca. 1577-1626) Pilgrimage de volgende zin leest: 'Here the Khan Kubla commanded a palace to be built, and a stately garden thereunto. And thus ten miles of fertile ground were inclosed with a wall.' Het gaat hier over het zomerpaleis van Koeblai Khan, heerser van het Mongoolse Rijk en keizer van China in de dertiende eeuw. Het is een verhaal dat via Marco Polo naar Europa gekomen is.
Coleridge slaapt ongeveer drie uur, waarin hem in een droom een gedicht wordt doorgegeven van zo'n twee- tot driehonderd regels. Het gedicht gaat door op de zin waarbij hij in slaap gevallen is. Als hij wakker wordt, begint hij de regels meteen op te schrijven. Maar midden in het schrijfproces wordt hij weggeroepen door een vreemdeling die aan de deur staat, iemand uit Porlock die langskomt voor zaken, door wie hij ruim een uur wordt opgehouden. Als hij terugkeert aan zijn schrijftafel heeft hij alleen nog wat vage herinneringen aan de droom maar is de rest van de tekst kwijt. Het gedicht, Kubla Khan, strandt bij regel 54.

De weg die langs Ash Farm loopt, wordt tegenwoordig de Coleridge Way genoemd.

Coleridge brengt hierover verslag uit, in de derde persoon, bij de eerste publicatie van het gedicht: 'On awakening he appeared to himself to have a distinct recollection of the whole, and taking his pen, ink, and paper, instantly and eagerly wrote down the lines that are here preserved. At this moment he was unfortunately called out by a person on business from Porlock, and detained by him above an hour, and on his return to his room, found, to his no small surprise and mortification, that though he still retained some vague and dim recollection of the general purport of the vision, yet, with the exception of some eight or ten scattered lines and images, all the rest had passed away like the image on the surface of a stream into which a stone has been cast, but, alas! without the after restoration of the latter!'

Maar het kan ook een andere boerderij geweest zijn, zoals Parsonage Farm.

En ook waar het gebeurde: 'This fragment with a good deal more, not recoverable, composed, in a sort of Reverie bought on by two grains [d.i. 130 mg] of Opium taken to check dysentery, at a Farm House between Porlock & Linton, a quarter of a mile from Culbone Church, in the fall of the year, 1797.' Een kwart mijl van Culbone Church. Ash Farm ligt inderdaad zo'n vierhonderd meter van het kerkje. Maar het kan ook een andere boerderij geweest zijn, zoals Parsonage Farm. Daar is discussie over.

Naar Culbone Church is rechtsaf.

De 'person on business from Porlock' kan een arts geweest zijn die Coleridge verse opium bracht. Ook daar is discussie over. Het is de vraag of de persoon waardoor de dichter gestoord werd wel werkelijk bestaan heeft, of dat hij deze verzonnen heeft en als excuus gebruikt heeft omdat hij zou zijn vastgelopen in de tekst. Hilary Mantel schrijft daarover. Maar waarom zou je dat doen? Je kan ook stoppen bij 54 regels. Dat is de tekst die we kennen, van de rest weten we niets. Ook al houdt Coleridge het erbij dat het gedicht maar een fragment is, zoals hij erboven zet.


Kubla Khan

Or, a vision in a dream. A Fragment.

In Xanadu did Kubla Khan
A stately pleasure-dome decree:
Where Alph, the sacred river, ran
Through caverns measureless to man
    Down to a sunless sea.
So twice five miles of fertile ground
With walls and towers were girdled round;
And there were gardens bright with sinuous rills,
Where blossomed many an incense-bearing tree;
And here were forests ancient as the hills,
Enfolding sunny spots of greenery.

But oh! that deep romantic chasm which slanted
Down the green hill athwart a cedarn cover!
A savage place! as holy and enchanted
As e'er beneath a waning moon was haunted
By woman wailing for her demon-lover!
And from this chasm, with ceaseless turmoil seething,
As if this earth in fast thick pants were breathing,
A mighty fountain momently was forced:
Amid whose swift half-intermitted burst
Huge fragments vaulted like rebounding hail,
Or chaffy grain beneath the thresher's flail:
And mid these dancing rocks at once and ever
It flung up momently the sacred river.
Five miles meandering with a mazy motion
Through wood and dale the sacred river ran,
Then reached the caverns measureless to man,
And sank in tumult to a lifeless ocean;
And 'mid this tumult Kubla heard from far
Ancestral voices prophesying war!
    The shadow of the dome of pleasure
    Floated midway on the waves;
    Where was heard the mingled measure
    From the fountain and the caves.
It was a miracle of rare device,
A sunny pleasure-dome with caves of ice!

    A damsel with a dulcimer
    In a vision once I saw:
    It was an Abyssinian maid
    And on her dulcimer she played,
    Singing of Mount Abora.
    Could I revive within me
    Her symphony and song,
    To such a deep delight 'twould win me,
That with music loud and long,
I would build that dome in air,
That sunny dome! those caves of ice!
And all who heard should see them there,
And all should cry, Beware! Beware!
His flashing eyes, his floating hair!
Weave a circle round him thrice,
And close your eyes with holy dread
For he on honey-dew hath fed,
And drunk the milk of Paradise.


Het aardige aan het ontstaan van het gedicht, dat met geheimzinnigheid omgeven is, ook omdat het al zo lang geleden is, is dat het Engels er een gevleugende uitdrukking aan overgehouden heeft. En wat voor een! Een 'person on business from Porlock' of kortweg 'person from Porlock' of 'man from Porlock' of nog korter 'Porlock' staat voor iemand (of iets) die (of dat) een (geïnspireerd) creatief proces verstoort. Een uitdrukking die makkelijk te onthouden is, met dank aan de alliteratie bij de eerste varianten.

De route door het bos naar Culbone Church.

Ik merk dat ik 'm ook af en toe al gebruik. Misschien kunnen we de betekenis daarbij wat breder trekken en is het niet alleen een persoon die je stoort in je creatieve proces maar dat doet in heel je doen en laten. Was het misschien ook die vrouw die ons een onbekende route door Porlock voorspelde met de bus, terwijl de bus al jaren recht tegenover haar huis stopt aan de overkant van de weg? Of kan het de elektricien geweest zijn die ons bij het installeren van de nieuwe keuken alsnog de close-in-boiler uit het hoofd wilde praten, waar we tevoren al lang en breed over nagedacht hadden? Een boiler die meteen heet water geeft en je niet een minuut of wat op opgestookt water uit de gasketel op zolder laat wachten. 'Waarom zou je dat doen, zo'n boiler in je keukenkastje! Je hebt toch gas!' was de opmerking van de elektricien, waardoor we helemaal van ons à propos raakten. 'Persons from Porlock', je komt ze iedere dag tegen, waar je ook bent, op het werk en in het maatschappelijk leven.

PS Ik dank Jenny de Roode, die mij als eerste opmerkzaam maakte op de gevleugelde uitdrukking in het Engels, en Martine van Rhijn, die mij wees op het gedicht 'The Rime of the Ancient Mariner' ('De ballade van de oude zeeman'), opgenomen in de bundel Lyrical Ballads, die Coleridge en William Wordsworth in 1798 uitgaven. Coleridge en Wordsworth trokken vaak samen op door het gebied rond Ash Farm.

zaterdag 16 november 2024

Op zoek naar Ashley Combe House – verder dan het tolhuis zijn we niet gekomen

Ashley Combe Lodge and Toll House, met links de hoofdpoort en rechts
de ingang voor de bedienden, de poort die leidt naar de tunnels. 

Jo van de The Bottom Ship Inn weet dat we naar de resten van Ashley Combe House  op zoek zijn. Ze heeft ons net ons ontbijt geserveerd. Als we het op hebben, brengt ze ons naar het tafeltje van John en Peggy. Zij wachten nog op hun ontbijt. Misschien kan John ons verder helpen. Hij heeft nog herinneringen aan het landhuis van toen hij jong was. Het lag hierachter achter het tolhuis

De poort die leidt naar de tunnels van achteren gezien.

We vertellen dat we gisteren een route gelopen hebben die je langs Ash Farm brengt, waar de dichter Coleridge nog gelogeerd heeft. Dat we langs het kerkje van Culbone zijn gekomen en daarna vanaf het kustpad verschillende zijpaden zijn ingeslagen, die ons alleen maar verder de bushbush in stuurden, zonder dat we ook maar één brok steen zijn tegengekomen. Toen we bijna in Porlock Weir waren, zijn we opnieuw door de tunnels gekomen, maar dit keer zijn we doorgelopen tot aan het tolhuis. Daar zijn we nog wel door het hek gegaan, maar eigenlijk mag dat niet. Er mogen wel auto's parkeren maar voetgangers wordt verzocht niet verder te lopen.

Een poort in het gebied met de tunnels, met rechts in de muur een uitkijkpost.

Je moest wel lef hebben als leverancier in zo'n donker bos in het donkere jaargetijde.


John zegt dat het huis daar dus achter gelegen heeft, omhoog het bos in. Dan begrijp ik dat het tolhuis, voluit Ashley Combe Lodge and Toll House, ooit de toegang tot het landgoed en landhuis geweest moet zijn. Lodge moet dan begrepen worden als poorthuis. De poort aan de rechterkant van het gebouw leidt naar de tunnels en moet dus ooit die te nemen route voor de leveranciers van Ashley Combe House geweest zijn, de bakker, de groenteboer en de slager, die door de bewoners niet gezien wilden worden. De achteringang zogezegd.

Aan de achterzijde van het tolhuis, voorbij de poort,
waar je als voetganger eigenlijk niet mag komen.

Hoe het met die tol zit, is niet helemaal duidelijk. Voor de poort langs loopt de Worthy Toll Road die via nogal wat kronkels aansluit op de A39 richting Lynmouth. Het is een minder steile weg dan de weg die loopt via Porlock Hill. Op de kaart hieronder zie je links naast de knik boven in de weg, dat is waar het tolhuis zich bevindt, de vermelding 'Site of Ashley Combe'. Wellicht dat daar nog resten van het landhuis te vinden zijn.

Porlock Walking Map 2: links van de knik in de Worthy Toll Road: 'Site of Ashley Combe'.
Aan de rechterkant van de kaart op de rand: 'Ship', wat verwijst naar The Bottom Ship Inn.

John vertelt dat je ook bij de ruïnes kan komen door een pad te nemen recht achter het huis met de poort bij het kerkje van Culbone. Maar dan kom je in een bosgebied waar wel eens gejaagd wordt. Van Ashley Combe House is waarschijnlijk niet veel meer over, zegt hij. Het is vijftig jaar geleden gesloopt en de resten die er waren zijn door de boswerkers vakkundig ondergewoeld. Hoewel de kleurenfoto's op mineheadonline.co.uk/ashley toch nog wel wat restanten doen vermoeden.

Een ingelijste kleurenkopie van Ashley Combe House
in The Bottom Ship Inn in Porlock Weir.